maandag 25 november 2024

Inbraak bij Thuyilweko

Kasese - In de nacht van zaterdag op zondag is er ingebroken bij de Thuyilweko Womens Organization in Kasese. Dieven hebben uit het leslokaal al het roerende goed meegenomen, waaronder sweaters, slippers, gevlochten tassen en allerlei basismateriaal dat nodig is voor het maken van verhandelbare waar. Waar het de sweaters betreft ging het om een partij schoolkleding. Ook de hangsloten werden gepikt. De naai- en breimachines en de koelkast zijn niet gestolen. Toen de dieven terugkwamen om ook die mee te nemen werden ze gestoord door omwonenden die wakker werden van het gerucht dat ze maakten. Tijdens de actie werden er lappen stof vernield. Keren Athuhairwe, de director van de organisatie, denkt dat de inbrekers een master key hebben gebruikt om in het lokaal te komen. Volgens haar is de waarde van de ontvreemde spullen 1.350.000 Oegandese shilling. Aangifte van de diefstal bij de politie zorgde er niet voor dat deze in actie kwam. ‘Ze vroegen geld aan me’, aldus Athuhairwe, ‘alleen bij betaling wilden ze er werk van maken.’ De Thuyilweko Womens Organization is niet verzekerd tegen inbraak, de organisatie is hoe dan ook niet verzekerd. Ze heeft er het geld niet voor.   

                                                                                                                                                                   Mt.

 





                                                                                                                                                                   

zondag 24 november 2024

West-Friese steun voor Oegandese tienermoeders


Tekst van het artikel in het NHD van Tanja Koopen over mijn vijfde reis naar Oeganda.

 Interview Wijdenesser volgt het spoor van de giften van sponsorwandeltocht 40MM

Wijdenes - Vier keer eerder ging Wijdenesser Mindert Mulder naar het Kasese District in Oeganda, waar hij hulporganisaties bezocht en zag hoeveel behoefte er in het Afrikaanse land is aan de meest basale zaken. Drie weken was hij er dit keer en met een bijzonder doel: kijken hoe de donaties, opgebracht door West-Friese lopers van de sponsortocht 40MM, besteed worden. Sint Justine’s Home for the Needy and the Abandoned and Thuyilweko Womens Organization kunnen de hulp goed gebruiken. Mulder kwam in contact met Oeganda via zijn dochter, die er voor haar opleiding een half jaar verbleef. Hij raakte in de ban van het Afrikaanse land en zijn bewoners, deed vrijwilligerswerk, zamelde kleding in en doneerde geld. Ook legde hij contact met lokale organisaties als Maria Rosa Mystica, een opvanghuis dat zich ontfermt over wezen en dakloze ouderen. Maria Rosa Mystica bestaat niet meer, ontdekte hij tijdens zijn laatste bezoek. Justine, die de leiding had, overleed aan corona en haar ‘boze’ zuster pikte het huis in voor zichzelf. Zo kan dat gaan in Oeganda.

 Mulder kwam wel in contact met Annet Kunihira, het 22-jarige nichtje van Justine dat haar werk zo goed mogelijk voortzet en nu zorgt voor de opvangen van wezen en ouderen. Mulder heeft haar geld kunnen doneren van de 40MM, waarmee ze een brommertaxi heeft kunnen kopen, een zogeheten boda boda, om geld te verdienen voor haar project. Mulder: “We hebben de afgelopen twee jaar 3250 euro kunnen doneren, dat is 13 miljoen Oegandese shilling. Met een euro doe je in Oeganda heel veel.” Annet bouwt een nieuw opvanghuis, maar in Oeganda geldt: geen geld, geen bouw. “Justine was een geweldige vrouw, heel krachtig, maar toen zij plotseling overleed ging alles mis. Annet heeft nu een stuk land kunnen regelen waar een nieuw gebouw staat. Het is nog lang niet af, het is nog ruw, maar ze is er al met de kinderen ingetrokken. Als het huis verder afgebouwd is kan ze ook ouderen ontvangen.” Mulder is onder de indruk van de inzet en onverzettelijkheid van Oegandese hulpverleners als Annet. “Er zijn nu twee kamers klaar, waar acht wezen worden opgevangen in stapelbedden. Zelf slapen ze op de grond. Maar ze hebben bijvoorbeeld geen elektriciteit of water. Elke dag komt er honderd liter water in jerrycans.” Daarom heeft hij vorig jaar de organisatie van de 40MM benaderd om als goed doel te worden opgenomen in hun donaties. En dat is tot zijn vreugde gelukt, zodat hij naast zijn eigen inspanningen ook steun van anderen krijg om de nood in Oeganda enigszins te lenigen. De Thuyiweko Womens Organization heeft Mulder al eerder bezocht. Hier worden kwetsbare jonge vrouwen tussen de 11 en 20 jaar opgevangen. Zij kunnen pas naar school als ze een uniform hebben en daar is vaak geen geld voor. Tienerzwangerschappen komen veel voor. Via deze opvang leren ze vaardigheden als naaien, zeepzieden, manden vlechten en slippers maken, maar ook krijgen ze les in breien. “Ze worden mentaal sterker, doen ervaring op en worden weerbaar. Ze leren hun eigen geld verdienen.”

Ook Thuyilweko heeft een donatie gekregen uit de opbrengst van de 40MM. Mindert Mulder vindt het bijzonder om te zien dat de hulpverleners hun hele leven opofferen aan een goed doel. “Zij hebben een sterk geloof in God, ze nemen het leven zoals het is. God is alles, God beschikt. Iemand als Annet probeert zo goed mogelijk de nagedachtenis aan haar tante in stand te houden. Het blijft ploeteren, maar het is mooi om te zien hoe goed het geld hier terecht komt. Onze hulp blijft hard nodig."

                                                                            NHD - Dagblad voor West Friesland, vrijdag 22 november 2024    

zondag 13 oktober 2024

Geen kaartteksten

Henrika Foundation

Muhindo Keren Athuhairwe wil weten hoe mijn moeder heet. ‘Henrika’, zeg ik. Ze vindt het een mooie naam, een prachtige naam zelfs. ‘Ik ga mijn dochter zo noemen’, schatert ze, ‘Muhindo Henrika Tatiana.’ Keren is getrouwd met Kule Moses. Ze hebben drie zoons, Mumbere Mark Ryan, Bwambale Matthew Tyan en Masereka Upendo Iox. Het spijt haar dat ze geen dochter heeft en daarom overweegt ze er één te adopteren. Over een naam hoeft ze nu niet meer na te denken. Ze moet het er alleen nog met Kule over hebben. De verhouding tussen die twee is niet altijd even goed. Kule gaat wel eens vreemd en hij besteedt weinig aandacht aan z’n zoons. Door de week werkt hij als social worker in een ander deel van het land. Afgelopen zondag maakte ik een opmerking over z’n nalatigheid als vader. ‘Druk met werk, druk, druk, maar vanaf eind oktober ben ik vaker thuis’, was z’n antwoord. Keren maakt een schampere opmerking als ik het haar vertel. ‘Dat zegt hij altijd.’ Vandaag heeft Kule een doos met een smart watch en een bracelet bij Keren laten bezorgen, omdat ze zo goed voor de jongens zorgt. Het is pure kitsch, maar Keren is er erg blij mee. Wie weet komt het toch weer goed tussen haar en Kule en kan ze ook die adoptiedochter ter sprake brengen. ‘Als het niet doorgaat’, zegt ze, ‘kan ik altijd nog de naam van Thuyilweko veranderen in Henrika Foundation.’ Dat laatste vind ik geen goed idee.

Lilian doodt een kip

We eten kip vanavond. De kip zelf weet nog niet dat ze op het menu staat, ze scharrelt nog over het erf. De 14-jarige Lilian heeft twee pogingen nodig om de kip te vangen. Bij de tweede poging pakt ze haar bij de poten. De vogel verzet zich, maar met een snelle greep krijgt ze het beest waar ze het hebben wil, bij de aanhechting van de vleugels aan het lijf, duim aan de ene kant, vingers aan de andere. Haar handpalm rust op de rug. De kip gaat nu hevig te keer. Met haar vrije rechterhand plukt Lilian vervolgens de veren van de nek. Ze heeft kale huid nodig om de kop er af te kunnen snijden. Het mes ligt al klaar. Het meisje wet het aan een stoeprandje, drukt de vogel daarna stevig op de grond en scheidt met enige moeite kop en romp van elkaar. Na het beulswerk beweegt de  snavel van de kip nog, het lijkt zelfs alsof er nog een geluidje uitkomt. De ogen lijken nog te kijken. De romp schokt hevig en uit het gat aan de bovenkant sijpelt bloed. Na een minuutje is alle beweging uit de kip verdwenen. Het plukken gaat snel. Met rukjes trekt Lilian de veren uit de vogel en gooit ze in een teiltje. Als het karwei geklaard is legt ze de blote kip in een pannetje, de poten steken er aan één kant uit. Voor het meisje zit het werk er nu op. Keren zal op een later tijdstip het schoonmaken voor haar rekening nemen. - Tijdens het eten blijkt dat het vlees van de kip nogal taai is.

De vogelplas van Kasese

In december 2013 ontdekten Machteld en ik de vogelplas van Kasese. - Mogelijk heeft de plas een naam, maar die laat zich niet googelen. - De plas stond vol water en het wemelde er van de maraboes. Ook hamerkop, heilige ibis, steltkluut en tal van andere vogels waren er te zien en allemaal waren ze op zoek naar voedsel. In de jaren erna was er tijdens mijn bezoeken aan Kasese geen plas, wel een drooggevallen stukje land waar geen vogel te bekennen was. Gebrek aan regen wellicht. De plas die vaak geen plas is ligt achter een obscuur buurtje. || Op zondag 29 september wandel ik er met Keren en Tonny - gids van beroep - opnieuw naar toe en waarachtig, vanaf een oud spoordijkje zien we van verre dat er wat water in staat. Ook zie ik een maraboe. Zo te zien scharrelt de ooievaar over een vuilnisbelt die er in 2013 niet was. De belt ligt op de plek vanwaar we elf jaar geleden stonden te vogelen. Om er te komen moeten we door het buurtje. Als we er aankomen trek ik de aandacht van kinderen. Ze volgen ons. Even later voegt zich ook groepje opgeschoten jongens bij hen. Ze zeggen niets, laten zich daartoe ook niet verleiden, ze kijken alleen maar, vooral naar mij. Ik voel me niet erg op m’n gemak en ben blij dat Keren en Tonny bij me zijn. - Aanvankelijk was ik van plan om in m’n eentje naar de plas te lopen. - We nemen er overigens maar twee vogels waar, maraboes die hun voedsel tussen het vuilnis vandaan pikken.

De grensovergang bij Bwera

Father Joachim neemt ons mee naar de grensovergang van Oeganda met Congo bij Bwera. Elf jaar geleden heb ik er met Machteld en Father Peter Basaliza Mubunga ook rondgelopen. Ik herinner me de markt in het niemandsland tussen de twee landen nog en - daar voorbij - ook een leeg stukje weg en een brug over een grensriviertje. We gingen de brug over en stonden een minuutje in de voormalige Belgische kolonie. Er staat me bij dat er een blanke man en vrouw door een bocht uit het Congolese oerwoud kwamen aangelopen. Ik weet niet of mijn herinnering aan de werkelijkheid van toen klopte. Als dat wel zo is dan is er in de tussenliggende tijd heel wat veranderd. Zo staan er gebouwen die ik niet herken. De markt in het niemandsland is veel groter en drukker dan in 2013 en ook op het toentertijd lege stukje weg is het een drukte van belang, zowel van voetgangers als van voertuigen. Veel stilstaande containertrucks ook. Net als toen is het verboden om in de richting van Congo foto’s te maken, als we teruglopen geldt dat verbod niet. Father Joachim geniet volop van de wandeling. Hij komt veel bekenden tegen, vooral jonge mensen. Hij begroet ze uitbundig en laat zich door hen bejubelen. De father gedraagt zich als een popster en zo te zien is hij een erg populaire. Ook laat hij zich met plezier staande houden door mensen die een praatje met hem willen maken. Al dat oponthoud komt mij eigenlijk wel goed uit. Het geeft me de gelegenheid om in alle rust foto’s te maken. Ik maak er zes-en-twintig, al dan niet op verzoek van Keren die graag op bekende plekken poseert.

De schoenbekooievaar is niet thuis

De schoenbekooievaar ziet er met z’n schoenvormige snavel uit als een vogel uit de oertijd. Die snavel kan wel 24 cm. lang en 20 cm. breed worden. Hij zorgt ervoor dat de vogel een grote kop heeft waar de rest van zijn lijf wat iel bij afsteekt. Bij het vangen van een vis valt de vogel daardoor voorover in het water, maar daar is hij aan gewend, het hoort bij hem. Met het haakje aan z’n snavel doorboort hij z’n prooi. Daarna moet hij met prooi en al weer overeind zien te komen uit het modderige water en dat kost hem best wel moeite. Snavel en vleugels helpen hem daarbij. Als de schoenbekooievaar toeslaat is hij razendsnel, maar verder is het een vogel waar ogenschijnlijk niet veel leven in zit. Geduldig staat hij soms urenlang te wachten aan de waterkant. Het is een eenzelvige vogel, alleen in de broedtijd zoeken mannetjes en vrouwtjes elkaar op. Samen bouwen ze een enorm nest op het water waarin mevrouw Schoenbek twee eieren legt. Het eerstgeboren kuiken wordt vertroeteld, het tweede zit op de reservebank. Alleen als kuiken 1 doodgaat krijgt kuiken 2 alle aandacht. Op de zondag dat ik naar het moeras van Mabamba vaar geven de schoenbekooievaars - volgens de gidsen leven er negen à vijftien - niet thuis. Hoe de gidsen ook zoeken, de vogels laten zich niet zien. Purperreiger, purperhoen, jacana en ijsvogel - twee soorten zelfs - zijn er wel, maar de schoenbek verstopt zich vandaag liever in het riet. Ik zet hem in het rijtje van luipaard, cheetah en chimpansee, ook beesten die moeilijk te vinden zijn.

Mt.


dinsdag 8 oktober 2024

Thuyilweko Women Empowerment Organization

Thuyilweko is een woord uit het Lhukonzo, de taal die in het Oegandese Kasese District ge-sproken wordt. Het woord betekent ‘wij komen voor ons zelf op’ of ‘wij vechten voor ons zelf.’ In 2013 richtte de moeder van Keren Athuhairwe - Biira  Evangirina - een organisatie op die zich ten doel stelde op te komen voor de belangen van jonge kwetsbare vrouwen uit de stad waaraan het district haar naam ontleend. De ondersteuning waar Evangirina aan dacht zou moeten bestaan uit opvang, scholing - breien, naaien, slippers maken, manden vlechten en zeep zieden - en psychische hulp. Ze noemde haar organisatie de Thuyilweko Women’s Organisation.

 Met wisselend succes kwijt Thuyilweko zich van de taak die zij elf jaar geleden op zich genomen heeft. Dat de beschikbare financiële middelen een rol spelen bij de grootte van het succes en ook bij de ontwikkeling van de organisatie laat zich raden. Het komt voor dat plannen door geldgebrek moeten worden bijgesteld. De vrouwenclub laat zich echter niet kennen, de doelen die zij nastreeft zijn te belangrijk, de moed opgeven is nooit een optie. Wel is er een wisseling van de wacht geweest, in 2019 draagt Evangirina de leiding van Thuyilweko over aan haar dochter Keren Athuhairwe. Om Kasese te laten weten dat het menens is met de belangenbehartiging stelde de dochter voor om de woorden empowerment, skills en advancement toe te voegen aan de naam van de organisatie.

Punt van aandacht in 2022 is meer dan ooit het voorkomen van zwangerschappen bij meisjes en jonge vrouwen. Voornaamste reden daarvoor is natuurlijk dat meisjes en jonge vrouwen nog lang niet toe zijn aan het moederschap. Scholing en/of een vak leren, volwassen worden en genieten van het leven, zolang ze op zoek zijn naar hun identiteit is elke zwangerschap ongewenst. Bijkomende reden is dat de groei van de bevolking in Oeganda niet in de pas loopt met de voorzieningen die het land aan haar inwoners kan bieden. Toegevoegde opmerking: Zoals gezegd richt Thuyilweko zich voor alles op de positie van kwetsbare vrouwen. Dat neemt niet weg dat er ook aan de jonge mannen van Kasese wel enige aandacht mag worden besteed. Het eerste dat me te binnen schiet is voorlichting waarin het beheersen van seksuele driften het thema is. !: Met het woord jonge voor mannen ga ik ten onrechte voorbij aan alle oudere mannen die zich laten leiden door hun driften. Waar het de voorlichting betreft gaat het natuurlijk om alle mannen.

Sinds twee jaar wordt Thuyilweko financieel ondersteund door de Stichting 40MM uit Venhuizen. In 2022 betrof de ondersteuning € 1250,-- , vorig jaar ging het om € 2000,--. Voor Oegandese begrippen is dat heel veel geld, omgerekend naar de waarde van de munteenheid van het land gaat het om iets meer dan dertien miljoen Oegandese shilling. - In Oeganda is elke euro ruim 4000 shilling waard, de gebruikswaarde daarvan overtreft de mogelijkheden van € 1,00 vele malen. Thuyilweko kocht naai- en breimachines voor het geld en materiaal voor het maken van kleding, slippers, manden en zeep. Ook aan water, elektriciteit, transport en kantoorbenodigdheden werd een deel van het bedrag uitgegeven.  

Mocht in 2024 opnieuw 40MM-geld aan Thuyilweko worden uitgekeerd dan zal de besteding daarvan mogelijk weer aan de genoemde voorzieningen worden besteed. Op het wensenlijstje van de organisatie staan echter ook een aantal andere mogelijke kostenposten. Zo denkt ze erover het krappe leslokaal te verbouwen door de muur tussen en lokaal en een aangrenzende ruimte te slopen. Technisch is het moge-lijk, maar de middelen ervoor ontbreken. Een grotere wens is de aankoop van een stuk grond in Kasese waar Thuyilweko zich definitief kan vestigen. Keren Athuhairwe ziet een gebouw daarop al helemaal voor zich: een gebouw met (1) een groot leslokaal waar elke naai- breimachine een eigen plek heeft en waar ruimte is voor de andere activiteiten, (2) een ruimte waar de kinderen van de tienermoeders kunnen worden opgevangen en (3) een kantoor voor administratie en vergaderingen. Keren denkt groot, een stuk grond van 30 bij 30 m. heeft haar organisatie zeker nodig, zodat er - naast het gebouw - genoeg oppervlak overblijft voor spelende kinderen en buitenactiviteiten. Het stuk grond  waar ze van droomt zou in een omgeving zonder verkeer moeten liggen. Vanwege bescherming tegen de zon moeten er ook bomen staan. - Keren zit op een wolk en ziet een luchtkasteel voorbij drijven, lijkt me.

Van de tienermoeders die in 2022 door Thuyilweko werden opgevangen is er één overleden en zijn er twee getrouwd. Drie van de tien hebben een tweede kind gekregen, één zelfs een derde. De jongste van toen zit weer op school. Vier van de jonge vrouwen maken en verkopen kleding en zeep in een overdekt marktgebouw. Voor hun plek daar betalen ze huur. De vier hebben hiervoor de financiële middelen. Vier anderen ambiëren ook zo’n positie, maar kun-nen geen huur betalen. Thuyilweko overweegt hen een lening te verstrekken tegen een rente van 2%. || De huidige groep bestaat uit elf tieners. De oudste van hen is twintig, de jongste elf. Vier van de elf zijn moeder, twee zijn in verwachting. De jongste baby is vier weken oud, de moeder van dit kind is veertien. De vijf die geen kind hebben en ook niet zwanger zijn gaan niet naar school, omdat hun ouders het schoolgeld niet kunnen betalen. Thuyilweko biedt ze de gelegenheid om de vijf vaardigheden te ontwikkelen. Eenmaal bekwaamd daarin kunnen ze geld verdienen en zo voor zichzelf zorgen Van een aantal reikt de ambitie verder. Eén van de meisjes wil dokter worden, een ander droomt van een schoonheidssalon. Voor meer informatie over de huidige groep: zie De tiener(moeder)s van Thuyilweko.

                                                                                                                                                                                                                                                 Mt.

  


zondag 6 oktober 2024

St. Justine's Home for the Needy and Abandoned

Om mee te beginnen: Maria Rosa Mystica’s Home for the Old Aged and the Abandoned Children in Katwe bestaat niet meer. Boze zus Anne van de in 2021 overleden Zuster Justine Kabataizibwa heeft het uit eigen belang in februari van dit jaar opgeheven. Ze meende recht te hebben op de erfenis van Justine. Boze zus is invloedrijk, dus kreeg ze haar zin. Sinds mei verhuurt ze de gebouwen die op het perceel van het tehuis staan. De ouden-van-dagen die er woonden zijn teruggegaan naar hun families, de wees- en verstoten kinderen zijn mee-genomen door Zuster Annet Kunihira, die in Kibara Village in zeven maanden tijd een nieuw tehuis - St. Justine’s Home for the Needy and the Abandoned - uit de grond heeft gestampt. - In de periode zonder tehuis verbleef ze met de kinderen in een duur pand in Kasese.

Uit de grond gestampt is eigenlijk te veel gezegd. In maart werd begonnen met de bouw van van St. Justine’s Home, sinds eind juli staan er twee gebouwen met golfplaten daken die nog lang niet afgewerkt zijn. Alles eraan is ruw. Bovendien zijn water en elektriciteit nog niet aangelegd en is het toilet een gat in de grond in een kleine ruimte zonder deur. De vloeren bestaan nog overal uit grond en puin. Het ene gebouw telt vier vertrekken, het andere twee. De vier vertrekken zijn uiteindelijk bestemd als slaapkamers voor achtereenvolgens meisjes, jongens, oudere vrouwen en oudere mannen, de twee vertrekken zijn voor eventuele gasten. Van de twee zou er ook één als kantoor kunnen dienen. Voorlopig is het wensdenken.

In twee vertrekken van het gebouw met vier ligt een zeil op de grond. Het zijn kamers die begin augustus in gebruik genomen zijn. Eén ervan fungeert als slaapkamer. Er staat een stapelbed met twee matrassen waarop zes kinderen slapen, een zevende kind slaapt zonder matras op het zeil, net als de Zusters Annet en Irene die er ook overnachten. Als de avond valt is de dag voorbij. Het is immers behelpen bij het licht van een zaklantaarn of mobiele telefoon. Het zijn Spartaanse omstandigheden. Het andere vertrek met zeil wordt vooralsnog gebruikt als ontvangst- en eetkamer.   

De keuken is een uit golfplaat opgetrokken bouwsel. Naar Oegandese begrippen kan de keuken er best mee door. Een vrouw uit een naburig dorp is aangesteld als kokkin. Ze doet veel van het werk - snijden, schillen, schoonmaken en koken - gehurkt. Het kooktoestel is een soort vuurpot waarin gestookt wordt met houtskool of brandhout. Water wordt gekocht. Elke dag wordt er zo’n 100 liter gebruikt. Het wordt geleverd in vijf jerrycans van 20 liter.

Als St. Justine’s Home over een jaar of twee op volle toeren draait wonen er minimaal zestien kinderen en evenzoveel ouden-van-dagen. Bovendien hoopt het tehuis dan over een hectare grond beschikken voor de teelt van landbouwgewassen voor eigen gebruik. Voor het slagen van de plannen is kapitaal nodig. People of good will*, het Boda Boda project, een vriend uit Zuid Afrika en de Stichting 40MM gaven het afgelopen jaar met elkaar bijna 29 miljoen Oegandese shilling aan het tehuis, zo’n 7100 euro. Al het geld werd besteed aan het project.

Father Joachim vergezelt me samen met Keren tijdens de tweede dag van mijn bezoek aan St. Justine’s Home. Het is de eerste keer dat hij het project bezoekt. Ik heb hem verteld dat Annet een go-getter** is. Het woord bevalt hem, ik hoor het hem keer op keer zeggen. Ik praat met de father over het initiatief van Annet en zeg hem onder meer dat de kerk haar financieel zou moeten ondersteunen. Hij zou daar eens met de bisschop van Kasese over moeten spreken. Z’n antwoord is dat hij veel voor haar zal bidden. De father is een vrolijke man die erg gesteld is op aandacht. Hij valt vaak in herhaling en is ondanks zijn ijdelheid prettig in de omgang. 

Om mee te eindigen: De omstandigheden op St. Justine’s Home zijn ronduit armoedig.

Supplement: Ziekenhuizen en de straat, dat zijn de plekken waar de wees- en verstoten kinderen vandaan komen. De ziekenhuizen informeren St. Justine’s Home for the Needy over hun verblijf aldaar, de straatkinderen worden opgepikt door mensen die de organisatie van Annet Kunihira kennen en vinden dat deze zinvol werk verricht. Zodra er melding gemaakt wordt van een straatkind komt het tehuis in actie. De jongste kinderen zijn nog kleuter. St. Justine’s Home enz. ontfermt zich - nog - niet over pasgeboren baby's, maar ook deze worden op straat gevonden. Straat staat voor uiteenlopende plekken. Er zijn pasgeboren baby's die - bloot of in een oude lap - in een vuilnisbak worden gevonden, soms ook langs een drukke weg of in een toilet. Hoe wanhopig is de moeder die net bevallen is en niet weet hoe ze voor haar kindje moet zorgen? - De ouden-van-dagen gingen na de opheffing van Maria Rosa Mystica terug naar hun families, die daardoor weer moeten voor hun levensonderhoud betalen, een kostenpost die ze er eigenlijk niet bij kunnen hebben. De ouden-van-dagen verhuizen naar St. Justine’s Home als hun slaapvertrekken daar gereed zijn.

    

*     Donateurs (?)

**   Doorzetter

                                                                                                                                                                                                                                               Mt.


donderdag 3 oktober 2024

De leeuwin in de boom

De leeuwin heeft zich verstopt in een euphorbia*, een boom met takken als kandelaars. Iemand die de boom argeloos passeert zal haar niet opmerken. De chauffeur van onze terreinwagen - Sultan is zijn naam - is niet argeloos. Na de break in onze game drive let hij bij elke boom goed op of daarin een leeuw of luipaard ligt te luieren. In het eerste deel van de game drive door Queen Elizabeth NP kwamen we veel buffels, nijlpaarden, Ugandan kobs en warthogs tegen en ook een stuk of wat olifanten, maar leeuw en panter lieten zich niet zien. Volgens Sultan lagen ze uit te buiken buiten het zicht van de onverharde paden van het park. Bij de leeuwin in de boom trapt hij direct op de rem en zegt wat hij denkt te zien. Ik zie het roofdier niet meteen en als ze doodstil was blijven zitten was dat misschien wel zo gebleven. Maar de leeuwin wordt onrustig van onze aanwezigheid en wroet wat heen en weer in de boom. Het kan ook zijn dat ze kort voor onze komst in de boom is geklommen en zich nog wat moet voegen. Er is nauwelijks ruimte voor de grote kat, zo lijkt het. - Kandelaarbomen kenmerken zich onder meer door een veelheid aan omhoog groeiende takken boven de stam. - Aanstalten om ervandoor te gaan maakt ze niet. Wat opvalt is dat ze een zender om haar nek heeft hangen. Niet lang nadat we verder zijn gereden komen we een andere terreinwagen tegen. Vanachter het stuur praten de chauffeurs even met elkaar. De onze vertelt de tegenligger waar precies we de leeuwin hebben gezien. De drivers die het park doorkruisen hebben voortdurend contact met elkaar, elke waarneming van belang wordt snel gedeeld, zodat andere toeristen er ook van kunnen genieten.

Van de nijlpaarden die we tegenkomen liggen er verschillende te baden in de modder. Sultan vertelt dat nijlpaarden een modderbad nemen om zich te wapenen tegen de felheid van de zon. Buffels kennen de methode ook. In een modderpoel liggen er vijf bij elkaar. Buffels zijn kuddedieren, maar er zijn ook exemplaren die verstoten zijn. Ze worden losers genoemd en er rest hen niets anders - aldus Sultan - dan wachten op de dood. Leeuwen zijn kansrijk als ze als troep op zo’n minkukel jagen, maar zonder slag of stoot geeft die zich niet gewonnen. Z’n hoorns zijn vormen een dodelijk wapen. De Ugandan kob komt in grote aantallen in het park voor. Als ze voor de terreinwagen moeten vluchten springen ze met een sierlijke sprong van het onverharde pad af. Warthogs vluchten door een sprintje te trekken. Het is grappig om te zien. Midden in het park bevindt zich de plek waar we pauzeren. Er is de bekende collectie craftwork te koop en je kunt er naar het toilet. Natuurlijk kun je er ook wat eten en drinken. Ik koop een zandkleurig ei van steen waarop een leeuw en een boom staan afgebeeld.

De game drive vindt in de ochtenduren plaats, ’s middags varen we in een eenvoudig bootje over het Kazinga Channel*. Het water van het kanaal is groen. Keren Athuhairwe durfde aanvankelijk niet mee, ze is bang voor water en voor krokodillen. Ik heb op haar ingepraat en ze heeft haar angst tenslotte kunnen bedwingen. Wel trok ze een dik zwemvest aan. Op de heenweg varen we langs de zuidelijke oever van het kanaal. Zodra we daar aankomen zien we twee etende olifanten. Eén van de twee is een kolossaal mannetje met een soort slang tussen z’n achterpoten. In Wageningen vragen Mente en Athziri zich af wat dat is. ‘Ze begonnen over een piemel, maar kunnen zich niet voorstellen dat die zo lang kan zijn’, appt Sara. Vlak bij de olifanten krabt een grote ooievaar met z’n gele snavel tussen z’n veren. De monitor lizard blijkt een veel voorkomend reptiel op de oever. We zien er dichtbij elkaar wel een stuk of vijf, de één nog groter dan de ander. Volgens de gids op het bootje kunnen monitor lizards wel vijf meter lang worden. Dat haalt de kleine krokodil die we zien bij lange na niet. Op een strandje verpoost een groepje olifanten, drie moeders met hun kalfjes. Op een meter of twintig van de olifanten liggen een aantal nijlpaarden stil in het water. Ogen, oren en neusgaten, veel meer valt er niet van ze waar te nemen. De terugvaart langs de noordelijke oever gaat in speedbootvaart. Veel opspattend water, de stuurman ziet de lol er wel van in.. 

*    Euphorbia candelabrum

**  De natuurlijke verbinding tussen Lake George en Lake Edward

 

Mt.

zondag 29 september 2024

Het drinken van melk

Busongora is een stam uit de omgeving van Kasese. De stam kent regels voor de manier waarop je melk drinkt uit een kan. - De stam kent natuurlijk veel meer regels, maar die worden niet gedemonstreerd. - De kan in kwestie is van zwart hout gemaakt en heeft de vorm van een kegel. Op de opening aan de bovenzijde kan een rond gevlochten dekseltje worden geplaatst. In het bescheiden museum dat hoort bij het paleis van de stam demonstreert een Busongora-vrouw hoe je de melk uit de kan moet drinken. Het is heel eenvoudig. Ze neemt het dekseltje van de kan en houdt dat in haar hand, vervolgens vouwt ze haar handen rond de onderkant van de kan - waar zich niet meer melk in bevindt dan een flinke bodem - en brengt die naar haar mond. Voorzichtig neemt ze een slokje en daarna nog één. Terwijl ze drinkt blijven haar handen onder de kan, die ze na het drinken weer op de grond zet. Het dekseltje, dat ze steeds heeft vastgehouden, plaatst ze weer op de opening van de kan. Na de demon-stratie moet ik laten zien dat ik goed heb opgelet. Bij m’n eerste handeling gaat het al fout: ik leg het dekseltje na het opnemen op de grond. De melk smaakte overigens goed. || Vervolgens laat de Busongora-vrouw zien hoe de kan zonder zeep wordt schoongemaakt. Ze pakt een klein stevig potje van steen dat uit twee aan elkaar vastzittende delen bestaat. Het potje is ook zwart. Het onderste deel heeft de vorm van een Keulse pot en er zit een gat in de ronding. Het tweede deel is kegelvormig en staat als een torentje op het onderste deel. Het torentje is aan de bovenkant open en fungeert als rookkanaal. Het schoonmaken gaat als volgt: met water spoelt de vrouw het restje melk uit de kan, daarna maakte ze met stro een vuurtje in het potje, ze wacht even tot er rook uit het potje komt en plaatst dan de opening van de kan op het rookkanaal, zodat de rook zich daarin kan verspreiden en als ze denkt dat er genoeg rook in de kan is zet ze die weer op de grond. De rook verdwijnt geleidelijk aan vanzelf weer uit de kan. Dat is alles, een kind kan de was doen.

Het museumpje is onderdeel van een gebouw dat meer op een boerderij lijkt dan op een paleis. Het ligt midden op een stuk grond - zo’n 500 ha. (?) - in een arcadisch landschap. In de nabijheid van het paleis lopen ezels, paarden, koeien en ook twee struisvogels. In een benauwd hok staat een dromedaris, die tijdens ons bezoek vrijgelaten wordt. Hij sluit zich aan bij de koeien, die hoorns als enorme gekromde witte dolken hebben. Wee het luipaard dat daarmee in aanraking komt. De paarden - een witte merrie met een bruin veulen  - worden gehouden uit liefhebberij. Het zijn naast het bereden paard dat ik ooit in Fort Portal zag de enige paarden die ik in Oeganda ben tegengekomen. Keren (35) weet niet wat een paard is. Ze zag er nog nooit één. Als ze haar vrees heeft overwonnen durft ze de merrie over haar hals te wrijven. Natuurlijk wil ze dat het moment wordt vastgelegd. De struisvogels lopen naar ons toe als ze ons gewaar worden. Typisch de reactie van beesten die denken dat er wat te halen valt. Ze hebben een expressieve kop en poten met twee tenen waar ze een flinke trap mee uit kunnen delen. Door hun veren heen is het gelige vel van hun omvangrijke romp te zien. Ik herinner me opeens dat er bij AH ooit struisvogelbiefstuk in het schap lag. 

Mt.